Wanneer je al wat ouder wordt dan bekijk je zelfs relationeel mogelijke ontmoetingen vanuit een zakelijk perspectief. Time is immers money en in plaats van geduldig ganser avonden op café te hangen in de hoop iemand interessant tegen te komen of te wachten tot het afgeleefde witte paard met de prinsesselijke deerne erop voorbijhobbelt, wil je supermarktgewijs shoppen en de mogelijkheden aftasten om te zien welk vlees je uiteindelijk in de kuip haalt. Meestal koppel je zoiets ofwel letterlijk persoonsgebonden ofwel figuurlijk door het aangename aan het nuttige te (s)lijmen, een etentje of een drankje als aanknopingspunt, hopende dat het restaurant d'r iets van bakt. Maar waarom niet via een theatrale opvoering, een danshappening of een muzikale gebeurtenis? Eén van de leukste ervaringen ooit was immers de knotsgekke, hilarische Dan Deacon die een zaal van honderd gezellen gezellig één liet voelen, alsof nieuwe verbintenissen gesmeed werden.
Het prikbord van de hoofdstad had op dat moment geen echte lokvogels. Nu kon ik mij verwaand moeilijk voorstellen dat er toch bepaalde groepen buiten Brussel afzakten om hun waren te prijzen, net zoals ik me viriel voornam. De februarikalender van 2010 bood weinig soelaas, tot de namen Lars Horntveth en Jon Hopkins ergens te lande vielen. In Leuven, in 't Stuk, in het kader van Kulturama. Hij was duidelijk 'in'!
Wie is 'in' hemelsnaam Jon Hopkins? De man die volgens het boekje Coldplay bijstond bij het mixen van hun laatste album. His Space was de ideale wegwijzer, met flashy richtingaangevende pijlen. Klonk als muziek in de oren. Logisch toch.
Om tot de essentie te komen: blind dates, je moet het een keer meegemaakt hebben om de clichés bewaarheid te zien worden. Afgestemd via secure herkenbaarheidstips (het toch wel zeer accurate 'ik draag zwart') steven je rotsvast op de locatie af. Extra identificaties nodigen je perfect uit op de plek des (on)heils. 'Ik zit in de buurt van de balie.' De beschrijving indachtig spreek je de eerste persoon met verleidelijke looks aan die daar -evenzeer hulpeloos- op jou staat te wachten. Eerste keer al meteen de goede keer, toch? Met haar kan je je immers direct ver-zoenen. 'Euhm. Ik wacht op een vriendin.' Op zo'n moment antwoord je niet ad rem genoeg door te opperen dat je haar vriendin wel kan spelen.
Gelukkig ziet je afspraak hoe je genant afdruipt en komt je in alle ellende tegemoet. Alleen ben je behoorlijk verbouwereerd. Niet door hetgeen je net overviel. Wel door het waanbeeld dat je had gecreëerd tussen droom en werkelijkheid. Dan merk je pas dat de wolken waarop je liep nauwelijks gebetonneerd waren en je de dieperik instuikt. Een tweede val. Grappig hoe je plotsklaps van dichtbij als buffer afstandelijkheid invoert. Hoe sympathiek en luchtig alles voorheen klonk en hoe summier de persoonsbeschrijving ook was (een klein leeftijdsverschil), in één oogopslag voelde het alsof ik met mijn moeder op stap was. Niet bepaald degene waarmee je date. In een oogwenk was de appetijt voorbij en bleef de noblesse oblige over. Hypocriet speel je het spel mee en zet het verstand op nul. Je bent daar nu toch en ja, je wil Jon Hopkins zien. Nu méér dan ooit.
Het voorprogramma van Lyenn was erg artyfarty met een hoog Anthony van the Johnsons-gehalte. Je merkte meteen waar hij de Amora-mosterd vandaan haalde. Het verblijf werd er niet draaglijker door.
Gelukkig was er de verbluffende set van Hopkins. Lekker stomend bracht hij de bezoekers in een trancendentale toestand zwevend op de beat. Hierbij fysiek stilstaan zou een hoofdzonde zijn geweest. Terwijl ik bescheiden meezinderde, bleef ze stokstijf staan. Toch merkte ik die terughoudendheid bij mezelf. Uit schaamte om helemaal in het oog van het selecte blinddatepubliek uit de bol te gaan. Zonde eigenlijk, alsof ik bomma niet wou laten clashen met deze overjaarse puber.
De nadronk in het Stuk-café was een gezellige babbel die me verrassend genoeg toch iets bijzonders opleverde. Terwijl ze geschiedkundige privé-informatie deelde, zag ik over haar schouder hoe Jon aan de bar postvatte en aangeklampt werd door om aandacht smekende jongedames. Ik haalde mijn versgekochte cd boven en liet die netjes signeren, een neurotische tic. Even leek het gebakken toen het gesprek met één van die vrouwelijke fans meteen op hetzelfde spoor zat, mijn trein reed echter de andere kant uit. Die obligerende noblesse, herinner je je nog wel? Al was het maar om beleefd afscheid te nemen. Tot nooit meer.
Jon Hopkins daarentegen, als die niet enkel in the middle of nowhere called Turnhout zou landen, dan ben ik erbij!
Jon Hopkins - Insides. Labozaal concert. In het kader van Artefact en Kulturama.
STUK. Leuven. 12 februari 2010.
zondag 13 februari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten