Je hebt nerderige en fanfavoriteregisseurs die zo verknocht zijn aan het origineel dat ze dit erg bekrompen willen vertalen naar een moderner geüpdate publiek. Vaak ontsporen ze en hervallen in de nostalgische heropleving van hun beeldingrijke fantasie. J.J. -Lost- Abrams leed niet aan dat fenomeen en recreëert een totaal nieuwe basis om met de Star Trek-piloten weer boldly de ruimte in te vliegen, waar no man has gone before.
Met een sublieme opener gooit hij alle registers open. De koppeling hierin van de dood met de geboorte levert een onnavolgbare, pakkende scène op. Zo goed dat je nu al beseft dat dit tijdens het verdere verloop van het verhaal niet meer geëvenaard kan worden. De eerste helft overdondert door de introductie van die o zo cruciale personages. Elk hebben ze hun specifiek karakter, steeds gemodelleerd volgens het collectieve geheugen. De rebelse grote bekker Kirk. Allesbetweter Spock. Drinkeboer dokter Bones McCoy. Uhura, Sulu, Chekov. Het is diep wachten tot in de tweede helft dat de basiscast compleet is. Dan schuift Scotty mee aan tafel!
Eigenlijk had de film geen spektakel nodig, de karakterontwikkeling van de protagonisten was immers voldoende. Noch de tijdruimtereizen waardoor je een vacuüm inlast dat voortdurend herhaalbaar is. Knap gevonden, edoch overbodig. Zo kon alvast Leonard Nimoy opdraven.
Star Trek. J.J. Abrams. 2009. ****
maandag 23 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten