Na Vlaanderen wou Wallonië zich duidelijk ook profileren in Angoulême als een belangrijke stripregio met pionierende auteurs. Kosten én moeite werden gespaard om de bezoekende leken een duidelijk duidend overzicht te bezorgen omtrent wat reilt en zeilt in het zuidelijke landsdeel van België.
Met de bedoeling er een reizend goedje van te maken werd de tentoonstelling via spandoeken geconcipieerd, esthetisch even mooi en ideaal om bouwwerfen af te sluiten voor een nieuwsgierig publiek dat wat anders wil zien dan gaten en geëmigreerd werkvolk. Enkel een bezoekershelm ontbrak.
Zoals de meeste warhoofden en hoogzwevende artiesten representeerde de expo totale chaos en kon je amper tussen het bos de bomen herkennen. Alsof je een autokerkhof bezoekt waarbij je zelf de verschillende modellen moet ontdekken gestapeld op een immense stripberg. De trotse curator was overtuigd van het resultaat en vond dat dit huzarenstukje dé ideale showcase is van wat gezien moet worden. Het is maar hoe objectief je het bekijkt.
Niet dat de artiesten geen bestaansrecht hebben, het is de manier van presenteren (de prints op de plastieken doeken waren niet altijd even scherp, weinig coherent gelayout, los bijeengeplakt zonder samenhang), het gecreëerde doolhofparcours, de overdaad en het uitgangspunt an sich met zo'n elitaire insteek dat je je diplomatisch distantieert.
Illustratief heb je natuurlijk heel wat interessants dat enigszins de nieuwsgierigheid wekt, maar in hoeverre dat vertaald wordt in leesbare strips, het blijft de vraag. Zelfs met zo'n tekenpotentieel lever je nog geen indrukwekkende generatie af. Zoals de fel overroepen Dominique Goblet, Cedric Manche.
Een verrassende ruimte was er voor Joe G Pinelli terwijl Jean-Philippe Stassen weggevaagd bleef. En zo heb je d'r nog waarvan je je afvraagt waarom zij niet geslecteerd werden in deze groeivijver (Xavier Löwenthal), of je d'r nu van houdt of niet.
Natuurlijk wordt met zo'n tentoonstelling het contrast tussen mainstream/volks tegenover alternatief geëxperimenteer weggevaagd, gezien het negeren van het patrimonium. Alsof Franquin, Jijé en resten daarvan nu nooit hebben bestaan.
In La nouvelle bande dessinée francophone ontbrak overzicht, duiding en vooral het bewijs van eventuele stripkunst via een magazine. Leesbaar of niet, dat had je dan zelf kunnen uitmaken. Nu blijf je enkel achter met nietszeggende impressies.
Voor foto's, klik door naar deze site van Bo-Doï.
Expo La nouvelle bande dessinée francophone. Espace Franquin. Angoulême 2011.
zondag 30 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten