Heiligschennis, een aanhangsel maken aan de mastodont Watchmen. Verdient Darwyn Cooke een kruisiging? Neen, natuurlijk niet. Hij is één van de weinige mensen die er in slaagt om het origineel met evenveel grandeur te benaderen. Hij trapt trouwens niet in de breedsprakerige Alan Moore-val door tussenin geen uitweidingen in te lassen, maar de plot te laten dragen door het continue samenvallen van woord en beeld. Geen uitgetypte proza, wel pure strip. Het kan wel degelijk met een voice over. Onvoorstelbaar trouwens de parallel met de basis. Zonder de ontknoping te willen vrijgeven, Cooke maakt een detectivekopie. Net als Rorchach is Nite Owl (de oorspronkelijke) de private eye die een oogje in het zeil houdt en die de tragedie van het grote kinderpornomysterie wil openbaren. Het mythische boek Under the hood wordt onverbloemd beschreven, selfs op het einde zal Hollis toch inbinden. Tot zo ver de idealen. Cooke geeft de oude karakters een eigen leven, een eigen achtergrond met eigen tragedies. Zelfs de verbitterde Comedian wekt sympathie op met zijn Vietnam-onthullingen. Inhoudelijk is dit een spannende thriller waarin talrijke figuren naast elkaar opereren zonder dat je het overzicht verliest. Operatie geslaagd voor Darwyn Cooke. En hoe zit het dan met het filmisch visuele? Lees of bekijk de eerste twee pagina's, het repetitieve cirkelspel, en je merkt dat Cooke geen lesjes meer nodig heeft. Grafisch overtreft hij Dave Gibbons en geeft de artiest aan alles een extra sensueel tintje. Stevig uitgewerkte storyboards in een design-jasje. Zo zie je maar dat iets geanimeerder van stijl even menselijk kan zijn. De frêle blik van Sally spreekt boekdelen: "Ik mocht je niet omdat je eeen veel beter mens was dan ik." Ook in deze Minutemen vallen de super-helden van hun sokkel.
- Before Watchmen Minutemen ****½
- Eridu 1 **
Af en toe waagt Silvester zich aan nostalgische retro, met een zweem van jeugdherinneringen koestert de verantwoordelijke uitgever een stukje cultuurhistorische stripgeschiedenis (na Prins Valiant en Peanuts). In dit geval Tove Janssons Moemin. Moemin is een Barbapapa avant la lettre: dikke, gezellige ondefinieerbare figuurtjes die allerhande surreële avonturen beleven. De strookjes die Jansson maakt zijn niet alleenstaand, wel opeenvolgend. Je leest dus een verhaal zonder de obligate komische pointe op het eind van elke strook. Het minste wat je kan zeggen, is dat de avonturen behoorlijk geschift zijn. Een levende helikopter, voorouders die bakens opsteken om voorbijvarende schepen te misleiden, piraten gepirateerd. De niet zo vanzelfsprekende belevenissen kan je niet meteen klasseren als normaal en karakteristiek Westers. Ook het voor de hand liggende moralisme wenkt niet om de hoek. Tenzij misschien de episode aan de Zuiderse riviera met de blasé-figuren. Of is de algemene boodschap: Oost West, Thuis Best? Je zou Moemin nog het best kunnen vergelijken met Pol, Pel en Pingo, ook van Noordse afkomst. Ook in die verhalen sprong de auteur geregeld van de hak op de tak zonder echt logische verbanden. Scandinavische geestesvrijheid? Het sterkste punt van Moemin is de fijnzinnige tekenstijl van Jansson. Sierlijk elegant bolt ze de figuren met een fijne lijn op en over het papier. Esthetica troef. Moemin, een verrassende kennismaking met deze unieke kinderstrip.
- Moemin 1 ***
vrijdag 8 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten