In tegenstelling tot de visuele pracht geëtaleerd in Crouching tiger, Hero en The house of the flying daggers, is Kitano's evocatie van een historisch en heroïsch verleden veel meer getemperd. Alsof je een klassieker van Kurosawa bekijkt door een gekleurde bril. Via een kolorieke cast worden verschillende hoofdrolspelers in één ruimte (het dorp) samengebracht, met als voornaamste doel vergelding voor het geleden leed. De soberheid waarbij je niet overdonderd wordt door een betoverende fotografie. De personages zijn belangrijk met hun inherente spanningen en de hoogoplaaiende emoties. Dat allemaal mooi gecounterd met een heerlijke portie humor. Kitano doorprikt de sérieux en overdrijft geregeld of bouwt pure slapstick in (de zwaardvechtles, de dorpsgek).
Toch is Zatôichi even oogstrelend. Er zit zo'n sierlijke schoonheid waarmee het rondspattende bloed het beeld soms vult. Weliswaar overdreven, maar met een accurate finesse toegevoegd, alsof er een ballet wordt uitgevoerd. Een klassefilm met een bizar, spectaculair en zeer onnatuurlijk einde, waarover gerapporteerd wordt op IMDB: "The end dance sequence is a tribute to many of the popular Japanese films, in which the Hollywood-style happy ending was followed by a sudden "burst into song". He wanted to attempt this, but in a different type of way. Kitano combined traditional Kabuki theatre clog-dancing with "the latest African-American tap style".
Voor wie van Usagi Yojimbo houdt, je merkt waar al die legendes vandaan komen. Zoek de parallellen met het blinde zwaardvarken, Gennosuke, ... Distilleer Japanse fenomenen en herken de dualiteit van een man/vrouw (transseksueel), de twee 'zusjes', een beetje reflecterend in Urasawa's Monster. Fascinerend.
Zatôichi. Takeshi Kitano. 2003. ****
zaterdag 20 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten