Eén van de verrassendste reeksen van de afgelopen jaren is toch wel het schitterende Fog. Al duurde het een tijdje vooraleer ik mijn voorliefde voor het begin van deze reeks daadwerkelijk verklaarde, al vanaf deel één werd de reeks bij vrienden en kennissen aangeprezen en moest ieder -die het waagde enige kritiek te uiten- het ontgelden met boze blikken, artistieke argumenten en aangewakkerde aankopen. "Uitstekend begin voor deze reeks, een eersteling waar iedereen van droomt! Of je nu tekenaar, scenarist of striplezer bent, het menu dat je hier voorgeschoteld krijgt, prikkelt al jouw zintuigen. Spannend, mysterieus, origineel en toch herkenbaar. Aangevuld met een visuele uitwerking die zijn gelijke niet kent. Ook al is dit geen voor 100% realistisch getekende strip, de karikaturaal voorgestelde karakters LEVEN, en da's een hele prestatie. Tevredenheid alom bij de ontdekking van dit moois." Gevolgd door: "Het is dus toch mogelijk: een reeks waarvan het niveau bij het tweede deel NIET meteen ineenstuikt. De opbouw, de ontknoping, het verrassingselement, de originaliteit én die schitterende tekeningen: een pareltje. Spanning én sensatie. En durf dit niet als een cliché te bestempelen. Wat met het derde deel, want dit niveau kunnen ze onmogelijk aanhouden. In ieder geval is het eerste verhaal afgesloten en kunnen ze met een schone lei verder. Onze zegen hebben ze. En die van jullie? Laat je overdonderen door de twist in het verhaal. Dat zag je nu eens niet van mijlenver aankomen." Wél uit het gezegende jaar 2004 de onbetwiste voortzetting met De ogen van de dood: "We prijzen hemel en aarde want in één jaar tijd krijgen we drie delen van deze schitterende reeks voorgeschoteld. Seiter zit als tekstschrijver stevig in het zadel en houdt de teugels strak gespannen. Voortbordurend op delen één en twee volgen we wederom Ruppert en Mary in een nieuwe enquête omtrent het occulte. Hun nieuwsgierigheid creëert ons plezier. Een eerste lezing geeft een verwarde indruk, een zee aan ogenschijnlijk overtollige informatie. Maar bij herlezing kanaliseer je mooi wat absoluut noodzakelijk is. En dat is meer dan je denkt. Wat tekenaar Bonin betreft: die laat zijn talenten ten volle exploderen en weet deze 'gewone detective-strip' te verheffen tot een hoog artistiek niveau. Wordt vervolgd." Kortom, als je het nu niet begrepen hebt, is alle verdere opvoeding reddeloos verloren. 9-10-8-8-8-8-9, het zijn de beoordelingen van de respectievelijke albums. Wie kan zo'n hoog niveau blijven garanderen?
Deze herinnering staat hier niet om het afsluitende tweeluik van Summertime reeds aan te kondigen. Wel om enkele professionele flaters erop te wijzen dat mensen vergisselijk zijn en hun oordeel hopelijk door hun tand des tijds rechtgezet wordt.
Gert Meesters in de Focus Kwack van 10 april 2002. Naast de obligate inhoudsweergave en diens opmerking dat detectives en seriemoordenaars populair zijn in het volwassenenstripgenre de volgende bedenking over Fog 2: "De verrassende ontknoping lijkt origineel, maar is al zo oud als Agatha Christie. Bovendien blijven de personages psychologisch oppervlakkig, ondanks onmiskenbaar goed bedoelde pogingen. Grafisch is het boek interessanter. Bonins tekeningen zijn nog wat houterig, maar doen denken aan Claire Wendling (De lichten van Amalou). Hij heeft zijn kleurenpalet met opzet gelimiteerd tot een klein aantal kleuren, vooral flets groen, donkergeel en bruin. Die keuze versterkt de sfeer van de grauwe en van binnen aangetaste grootstad." Het lot van Jane krijgt twee sterren, de helft van het maximum en heeft Klaartje bij Nacht 8 naast zich en moet op dezelfde pagina De Chninkel 3 Het oordeel met 3 sterren vooraf laten gaan. Claire -Amehoela- Wendling? Alsjeblieft. Vakjesdenkerij noodzaakt tot verheerlijking van een weinig producerende artieste. Houterig? Dat je zoiets beweert van Pinokkio, tot daar aan toe, maar om Bonins vloeiend vlekwerk, als betreft het oude monotypes gecombineerd met fijnzinnig etswerk, zo te bestempelen, bah!
Artieste Erika Raven drukt haar stempel door Fog 1 één ster toe te dienen in de Kiosk van april 2002. "Dit sfeervolle album, getekend met fijne penseelstreken en ingekleurd met aquareltinten, doet me een beetje denken aan het werk van André Benn (reeks Mic Mac Adam). Magie is het sleutelwoord in dit verhaal, ..." Door Zwarte Olijven 2 te overladen met **** en Canardo 12 met **, buitelt de Tumulus naar de laagste regionen, niet meer dan een hoop mysterie, mystiek begraven onder middelmaat. De pen van Benn die je er in terugvindt? Magie als sleutelwoord? Oké, dat laatste kan je haar nog vergeven, want uiteindelijk verklaart pas het tweede deel de bestaande realiteit. Om echter naar gevoel de strip lager in te schatten dan voornoemde, mag dan berusten op persoonlijke voorkeur, net van iemand uit het milieu verwacht je een onmiddellijke er- en herkenning van kwaliteit. Niet dus.
donderdag 25 oktober 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten