woensdag 2 mei 2012

De film van Ome Willem: de vechtersbazen van Fight Club

Enkele andere regisseurs waren door de studiobazen naar voren geschoven om het boek te verfilmen. Het is David Fincher die zich er uiteindelijk mee mag bezighouden. Hoe zou het er anders uitgezien hebben zonder de stempel die hij erop drukt (een Bryan Singer)? Anders, da's een feit. Een woordenstroom vol gedachten overstelpt je voortdurend. De uitwassen van een ideeënloze generatie die voor een keer stilstaat met hetgeen rondom zich gebeurt.
Edward Norton doet denken aan iemand uit de omgeving. Even slapeloos. Even rusteloos. Met alle gevolgen vandien. De relaxerende hulpmiddeltjes werken verslavend, de stress blokkeert het brein, rust is de persoon niet gegund. Waanvoorstellingen en dies meer. Te gek om los te lopen. Norton is er de manifestatie van. Of Pitt.
Hoewel het oneerlijk is om een alter ego anders dan jezelve voor te stellen (de echtheid van het karakter wordt voortdurend gesuggereerd), inderdaad, met een ander gezicht wordt de werkelijkheid ontregeld via de eindopenbaring. Kan dit wel?
Het extreme geweld is een hinderpaal, Fincher gaat ver door het te tonen. Uiteindelijk draagt het bij tot de finale sfeer.
Esthetisch rauw. Zwartwit somber gekleurd. Met geniale teksten en oneliners, uitstekende acteerprestaties en maffe beelden. Niet een klein, wel een groot meesterwerkje dat je al afkeurend aanzet tot nadenken. Een hele prestatie.
Toppunt is de flitsverschijning van een mannelijk lid net voor het filmeinde. Als je de eindjes aan elkaar knoopt haalt Fincher weer een straffe stoot uit.
Fight Club. David Fincher. 1999. *****

Geen opmerkingen: