De Coen-broertjes, het zijn leukerds. Baseren ze een film lichtjes op Homerus' Odyssee, blijkt dat ze het boek zelfs niet eens gelezen hebben. De overlevering en algemene kennis waren voor hen een voldoend rijke voedingsbodem om zich ermee tevreden te stellen. Vandaar dat O brother where art thou verrijkt wordt met talloze andere verwijzingen: The Wizard of Oz, Crossroads, politiek, ... Amerikaanse mythe verweven met een mythologisch Amerika. Met Clooney als Ulysses Everett McGill, op schattenjacht, reeds in het begin geopenbaard door de blinde ziener. De hoogdravende taal die Clooney gebruikt, typeert diens gebrek aan bescheidenheid. Het is echter deze reis die hem terug met beide voeten op aarde zal brengen. Lang duurt het niet of zijn twee spitsbroeders vinden hun verlossing bij een herdoping van anabaptisten, het frisse water spoelt hun zonden weg. Clooney heeft het zwaarder te verduren. Hij moet wachten tot het eind wanneer de dam alles zal laten onderlopen, Everett incluis. O brother where art thou is slapstick versius filosofie. Is avontuur versus romantiek. Is liefde versus haat. Is blank versus zwart. Steeds op een fijnzinnige manier een gedreven mens tonend op zoek naar zijn verloren gewaande geliefde. Zal het hem uiteindelijk lukken? Of moeten we ons neerleggen bij de harde realiteit? Kan een geschiedenis van geluk zich herhalen?
Glorieuze acteerprestaties, heerlijke southernmuziek, oogstrelende kleurbeelden, lokale toplocaties, hilarische oneliners (damn, we're in a tight spot), en een allesbehalve inhoudsloos plot, bezorgen je herhaaldelijk koude rillingen vol warmte. Klasse. Voor de derde keer.
O brother where art thou. 2003. Joël & Ethan Coen.
zondag 6 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten