Twee jaar hebben Kristof Spaey en Marc Legendre erover gedaan om de plot tot een goed einde te brengen, het resultaat is niet bevredigend. Zelfs in één ruk na elkaar lezend, de karakters dicht bij je vertoevend, heb je weinig affiniteit met de personages en de materie. De auteurs maken dan wel dat de cirkel rond is, de afstandelijkheid zorgt voor een gebrek aan inlevingsvermogen. Verder dan een in elkaar geknutselde b-film komen ze dan ook niet. Laura Dupin verwijt je haar argeloze naïviteit. Egon Angleton zijn dubieuze slechtheid. Taw Erris het geforceerde dubbelspel. Die leegte manifesteert zich ook letterlijk in de tekeningen. Vaak zweven de protagonisten op het papier, de decors zijn afstandelijk onnatuurlijk. Het is met name de inkleuring die dan wel sfeer schept, ze is met de texturen te opvallend genoeg om je er niet aan te storen. Legendre en Spaey wilden iets hardboiled serveren, wat overblijft is een zachtgekookt ei. Desalniettemin blijft het drieluik Misschien - Nooit - Ooit een uitzonderlijke prestatie in het Vlaamse striplandschap. Geen enkele cyclus van deze bodem kan zich zo internationaal mainstream manifesteren.
- Misschien - Nooit - Ooit 1 (Stripgilde) ***
- Misschien - Nooit - Ooit 2 (Stripgilde) ***
- Misschien - Nooit - Ooit 3 (Stripgilde) ***
zaterdag 3 maart 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten