Waarom de uitgever na de laatste pagina überhaupt een overzichtsschema van de Thorgal-mythe moet publiceren, moedeloos word je ervan. Het is duidelijk: we zijn nog niet meteen verlost van al de prietpraat rondom de eens zo stoere held. Het einde van de zijreeksentunnel is de komende jaren duidelijk niet in zicht. Gelukkig is er de hoofdreeks die voornamelijk dankzij het schitterende schilderswerk van Rosinski je enigszins verblindt en je zelfs het gevoel hebt dat Sente veel van het breedsprakerige gezeur weglaat om het verhaal organischer te laten verlopen. Een uitzondering hier en daar niet meegerekend: "En zij hebben me later dit verhaal verteld in het slavenkamp waar ik opgroeide met Ibissan, de zoon van de kalief die door mijn moeder werd gered." Heerlijk toch, die volzinnen! Soms is de schrijver zelfs iets te improviserend waarbij er op sommige pagina's niets essentieels gebeurt dat tot het verdere verloop bijdraagt. Dan komt Rosinski te gepaste tijden op de proppen met sfeerplaatjes (pagina 37, kader 4). Rosinski heeft een vlottere aquareltechniek gevonden waarbij hij minder moet zwoegen om het doek met traagdrogende olieverf te vullen (zoals de covertekeningen). Een probleem: het absorberende papier laat bobbelende, bollende sporen na die in druk storend opvallen (20-1, 24-5, 25-2, 26-5, 27-1, 27-6). Heeft de artiest er echt zin in, dan tovert hij pareltjes tevoorschijn. De stad (8-1/2/3) of een vergezicht (pagina 6). Jean-François Charles kan er een poepje aan ruiken. Wanneer het hem minder zint, merk je het wel en gaat het er heel wat minimalistischer aan toe (13-6, 30-8).
- Fokke & Sukke Aan de kinderen **½
- Oliver Twist *½
- Thorgal 34 HC ***
- Thorgal 34 SC ***
maandag 18 november 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten