Het allerlaatste Suske en Wiske-verhaal waaraan Paul Geerts deelnam. En het was nog eens een goeie!
Een kwaliteitsvol getekend verhaal met mooie passages in het Nieuwpoortse en Oostendse verleden. Zelfs al zit er een kleine discrepantie tussen de realistische decors en de typische Vandersteen-figuren (hoewel, de nevenpersonages hebben karakterkoppen), d'r heerst een natuurlijke eenheid. De dubbele strook 181-182 is de kers op de taart. Een Nachtwacht waardig. Inhoudelijk veel gespook en hekserij, eigen aan het middeleeuwse bijgeloof. Met de tussenkomst van een duivels figuur is dat niet helemaal onlogisch. Je zou vermoeden dat het verhaal draait rond de onschuld en redding van Jeanne Panne, een 'dame' die beschikt over bijzondere talenten (als vrouw van zien we de bakker zelf nooit). Helemaal niet. Haar bedoelingen zijn minder vredelievend dan je denkt. Sidonia heeft nog nooit op (en niet voor) hetere vuren gestaan. Marc Verhaegen kan het niet laten: "Tja, 1600, de Spaanse overheersing, onderdrukte volkeren. Het was een wrede tijd, hè! In onze tijd zou dat niet waar zijn. Laat maar, ik weet al wat je gaat zeggen." Een deprimerende gedachte als kritiek op de blijvende oorlogsdrift van de mens.
L 32 x H 42. ZW. Inkt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten