zaterdag 30 juni 2012

Gesmurft of gesmurfd?

Een didactisch hulpmiddeltje, het kan van pas komen.
Ik zocht ongetwijfeld een taalkundige vraag met smurfen in de hoofdrol en kwam op deze site terecht waar ze een slimme tip gaven bij het invullen van de t tijdens werkwoordsvervoegingen. Wat moet je doen volgens de suggestie? Lopen of smurfen invullen!
Concreet geeft dat, vul op de plaats van het werkwoord lopen of smurfen in en vervoeg aan de hand van het onderwerp.
Hoor je een -t, dan schrijf je ook een -t achter de stam (ik-vorm).
Hij ... (vinden) die film spannend. Vervang vinden door lopen of smurfen.
Hij loopt/smurft die film spannend. > Je hoort een -t achter loop en smurf. Dus wordt het ook: vindt.
Hij vindt die film spannend.
Nog een voorbeeld:
Morgen ... (brengen) ik die cd terug.
Morgen loop/smurf ik die cd terug. > Je hoort nu geen -t achter loop en smurf. Dus wordt het: breng
Morgen breng ik die cd terug.
En tenslotte het bekenste voorbeeld:
Het huis ... (branden) af.
Het huis loopt/smurft af. > Je hoort een -t achter loop en smurf. Dus wordt het ook: brandt
Het huis brandt af.

Allemaal nobel van de samensteller totdat tijdens de lezing ervan deze taalfout opviel: "het bekenste voorbeeld". Was de persoon in kwestie vergeten het trucje van "het besmurfdste voorbeeld" toe te passen.
Tss, dan probeer je eens iets goed te doen.

Geen opmerkingen: