Ik zocht ongetwijfeld een taalkundige vraag met smurfen in de hoofdrol en kwam op deze site terecht waar ze een slimme tip gaven bij het invullen van de t tijdens werkwoordsvervoegingen.

Concreet geeft dat, vul op de plaats van het werkwoord lopen of smurfen in en vervoeg aan de hand van het onderwerp.
Hoor je een -t, dan schrijf je ook een -t achter de stam (ik-vorm).
Hij ... (vinden) die film spannend. Vervang vinden door lopen of smurfen.
Hij loopt/smurft die film spannend. > Je hoort een -t achter loop en smurf. Dus wordt het ook: vindt.
Hij vindt die film spannend.
Nog een voorbeeld:
Morgen ... (brengen) ik die cd terug.
Morgen loop/smurf ik die cd terug. > Je hoort nu geen -t achter loop en smurf. Dus wordt het: breng
Morgen breng ik die cd terug.
En tenslotte het bekenste voorbeeld:
Het huis ... (branden) af.
Het huis loopt/smurft af. > Je hoort een -t achter loop en smurf. Dus wordt het ook: brandt
Het huis brandt af.
Allemaal nobel van de samensteller totdat tijdens de lezing ervan deze taalfout opviel: "het bekenste voorbeeld". Was de persoon in kwestie vergeten het trucje van "het besmurfdste voorbeeld" toe te passen.
Tss, dan probeer je eens iets goed te doen.