Dit boekje mag niet onopgemerkt blijven, want naast de toeristische waarde om ook Engelssprekenden kennis te laten maken met het Vlaamse stripicoon, mag beklemtoond worden dat dit boekje uitstekend dienst kan doen in de lessen Engels. Het taalgebruik is fris en frivool. Weliswaar Brits getint, maar dat kan geen kwaad in deze tijden van platvloerse taalverloedering. Het past gek genoeg bij het 'poshy' karakter van de latere bourgeois Nero's. Straffer zelfs, het Zandstraatverhaal wordt des te leuker! Alleen jammer dat de uitgever zich van zijn beste kant toont en reproduceert op basis van lamentabele scans. Alle tekeningen zijn flou afgedrukt, dat terwijl de geïntegreerde tekst loepzuiver is. Anno 2010 staat vooruitgang voor achteruitgang. Wederom krijgt Brussel een centrale rol toebedeeld. Een spook wordt ex-spook wanneer het de fakkel overgeeft aan Nero. En Nero? Die zoekt een album lang naar de gepaste remedie om zijn ware identiteit terug te vinden. En ondertussen klist hij nog het grote roversgenootschap: de Bende van de Witte Kous. Let op de affiches in het politiekantoor: afwisselend Willy Claes en Herman de Croo. In een gastrol: Stan Laurel en Oliver Hardy. Leuk de herkenning, flauw het verhaal. Eind goed, al goed. Toch voor Nero.
- Adventures of Nero The ghost of Sand street ***1/2
- Herinneringen aan de Grande Armée 4 **1/2
- Meesters van de Gerst 8 ****
Acht jaar zat er tussen de delen 2 en 3, het lezersgeduld mag dan wel hartelijk beloond worden met een climax die deze trilogie explosief moet beëindigen. Helaas, helaas, de ondertussen 'volwassen' geworden Cécil neemt de touwtjes in eigen hand en heeft geen behoefte meer aan scenarist Corbeyran. Meteen stuikt het fantastisch opgebouwde geheel ineen. De ontknoping is zo onbevredigend dat je mistroostig afscheid neemt. En da's niet vanwege hetgeen gebeurt op het eind, wel vanwege de niet ingeloste verwachtingen. Het is zelfs zo erg dat je de kwaliteiten van de eerste twee albums in vraag begint te stellen. Wat mankeert er dan? De voeling met de personages, de overzichtelijkheid, de invulling van de pionnen, de spanning én eveneens ook het tekenwerk. Hoewel de inkleurder zich goed inleeft en Cécils palet hanteert, mis je toch de finesse. Ongetwijfeld ook omdat Cécil zelf vlugger tekende om het geheel alsnog te beëindigen. Het was moedig van Cécil om de lezer niet verweesd achter te laten, jammer genoeg evenaart hij zichzelf en Corbeyran niet alleen.
- Vlindernetwerk 3 ***
donderdag 12 juli 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten