Eindelijk is het dan zo ver. Ridder Marc Sleen krijgt zijn eigenste stripmuseum. Uiteindelijk wordt het gehuisvest recht tegenover het Belgisch Stripcentrum in de Zandstraat, daar waar Sleen de figuur Nero gecreëerd heeft.
Opzienbarend dat het Vlaamse stripicoon zelf dit eerbetoon mag meemaken. In de meeste gevallen is de administratieve mallemolen zo traag dat de ering van zo'n publieke figuur eerder plaatsvindt nadat de figuur onder de zoden ligt. Veel had het nochtans niet gescheeld. Niet dat ik op een onbewaakt moment Sleen aangereden heb of dat de gezondheid van de edelman danig geschaad was, wél omdat de politieke mallemolen met allerlei getouwtrek een echte beslissing deed uitstellen. Bert Anciaux had er zijn zinnen opgezet en wou het erfgoed in 'Vlaanderen' houden. Dat terwijl Guy Vanhengel in de andere vijver viste om Sleen -net als vele politici- de rand van de hoofstad bij Brussel wou annexeren. Mogelijke standplaatsen als Turnhout (duh) en Hoeilaart (logisch) moesten plaatsruimen voor een integratie met ons internationaal gekende stripmuseum. Eigenlijk niet zo'n slechte beslissing, ware het niet dat Brussel net zo'n Nederlandstalige pijler heeft waar dit museum eventueel mee geïntegreerd kon worden, mits het vinden van een nieuwe locatie.
Beschuldig mij van nepotisme of andere voortrekkerij. Wanneer je kijkt naar de realisaties van de enige Nederlandstalige stripwinkel Het B-Gevaar, met de verschillende exposities rond Sleen (zowel op het Greepstraat-adres, als extern), en vzw de Nerotiekers die er eveneens gehuisvest is, zou je vermoeden dat de weinige Nederlandstaligen die in de hoofdstad overblijven zich elkaar zouden vinden. Een logische historische samenvloeiing.
De locatie die nu door het Sleen-museum ingepalmd wordt, leent zich niet voor een extra boetiek. De ruimte barst nu reeds uit diens voegen, ook al omdat het ego van Sleen er met moeite in kan ronddwalen. Genoeg gemekkerd over gemiste kansen.
Wat telt is het herbergen van een Vlaams stuk strippatrimonium. Natuurlijk is het een zonde dat reeds een groot deel van Sleens oeuvre een weg naar de (speculatie)markt heeft gevonden waardoor originelen uit de eerste (dertig) albums onvindbaar zijn en enkel op basis van bruikleen opgenomen kunnen worden in de tentoonstellingen. Toch hebben de mensen van het BCB een bezichtenswaardige minitrip van Sleenovia georganiseerd. En voor één dag was Albert ook in dat land tijdens de zeer feestelijke opening Koning!
Het Marc Sleen Museum. Zandstraat 33-35, 1000 Brussel.
donderdag 18 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten