zaterdag 6 augustus 2016

De zin of onzin van vertalen

Om de zelf vertaalde Cambridge Five te kunnen bespreken, was het dringend tijd het boek terug te herlezen om een frisse beoordeling neer te pennen. Wanneer je dan taalfouten tegenkomt (op pagina 6, kader 7: "weldegelijk" aan elkaar geschreven) of woordherhalingen opmerkt (pagina 6, kader 3, twee maal "Ik herinner me" zeer kort na elkaar) en vooral bij "doe het ligt uit" (14-9), twijfel je of er bij de transcriptie niets is misgelopen. Ben je ergens gestruikeld, was je onoplettend of heeft de letteraar iets onvoorzien aangepast? Verificatie met de oorspronkelijk doorgestuurde tekst is de boodschap. En wat blijkt? Elke zin is zowat veranderd, aangepast, herschreven. Ten goede? Zeker niet wanneer er fouten insluipen. Bovendien vraag je je af waarom je dit betaalde werk moet verrichten wanneer iemand anders met de hakbijl toch alle zinnen doorklieft en herschrijft?
In de periode bij Casterman dat ik de geletterde eindteksten van anderen nalas, moest je het reeds gedane werk respecteren en greep je enkel in bij flagrante fouten. Hier zet de redacteur de tekst naar zijn/haar hand, met een blender alle letterwoorden mixend waardoor de opgelegde regels ongetwijfeld beter gevolgd worden. Echt?
Omdat dit niet gecommuniceerd werd, komt nu pas die pijnlijke vaststelling dat ook Universal Wat Two zo verhaspeld werd. Ik weet waarom ik "Hou voor 'n keer je mond" laat volgen door "En geef me een dikke knuffel." en niet "Hou voor 'n keer je mond. En hou me in je armen" schrijf. Niet enkel omdat een mogelijk einde nadert en zo'n omhelzing alsnog troost kan bieden, wel om te vermijden dat je het woord houden direct na elkaar onnodig herhaalt. Over die interpretaties kan je blijven struikelen. Feit is dat je je afvraagt of het wel zin heeft om in die context nog verder boeken te vertalen?

Geen opmerkingen: